nb201503_nadias001Zodra buiten de temperatuur stijgt, is het belangrijk dat je extra aandacht besteedt aan je huisdieren. Zij kunnen namelijk niet goed tegen warmte. Oververhitting kan gevaarlijk en soms zelfs dodelijk zijn.

Hoe merk je dat een dier het te warm heeft

De slijmvliezen zijn rood, het dier voelt heet aan, ademt snel, wil vaak niet eten en is lusteloos. Honden kunnen gaan braken. Vogels zitten vaak met veren gespreid en snavel open.

Wat kan je doen

Breng je dier naar een koele plek en zorg voor vers drinkwater. Honden, katten, konijnen en knaagdieren kan je een beetje nat maken, doe dat vooral bij kop, oren, hals en poten. Gebruik geen ijskoud water; daardoor trekken bloedvaten samen en wordt het nog moeilijker om lichaamswarmte kwijt te raken.

Hitteshock

Is de oververhitting ernstig, dan kan je dier een hitteshock krijgen. Dit herken je aan snelle hartslag en ademhaling, en niet of nauwelijks reageren op prikkels. In dat geval moet je direct de dierenarts bellen en beginnen met afkoelen!

Honden

Honden kunnen hun warmte alleen kwijt door te hijgen. Behalve in hun voetzooltjes hebben ze nergens zweetklieren. Zorg ervoor dat je hond bij warm weer een plek in de schaduw heeft en beschikt over voldoende vers drinkwater. Als je hond van zwemmen houdt, is dat een prima manier om af te koelen. Houdt hij niet van zwemmen dan zijn er ook speciale verkoelingsproducten te krijgen, zoals een koeltematje of koelte-halsband.  Let bij honden met een dunne vacht op verbranding en smeer dun behaarde plekken eventueel in met zonnebrandcrème.
Maak geen lange wandelingen in de hitte, maar plan deze aan het begin of eind van de dag. Ga zeker niet met je hond fietsen in de zon en laat hem nooit achter in de auto. Zelfs een schaduwplek en open raam voorkomen niet dat hij uitdroogt. Dit kan al na tien minuten fataal zijn!

Katten

Katten zoeken vaak zelf een koel plekje als ze het te warm krijgen. Zorg ervoor dat je kat schaduw heeft of naar binnen kan en voldoende drinkwater heeft. Als de kat niet zelf kan kiezen, bijvoorbeeld als je hem in een warme auto moet vervoeren, wees dan alert op signalen van oververhitting.

Konijnen

Konijnen kunnen slecht tegen de warmte. Ze zijn van nature gewend om in een koel hol onder de grond te zitten. Al vanaf een graad of 24 krijgen ze het moeilijk. Zorg er dus voor dat het konijnenhok niet in de zon staat. Om je konijn verkoeling te bieden kun je een koude steen in het hok leggen, zelf koelelementen maken of er een speciaal voor dieren kopen. Je maakt zelf koelelementen voor je konijn door plastic flessen voor 2/3 met water te vullen en in de vriezer te leggen (geen glazen fles, deze kan barsten). Leg de fles, gewikkeld in een doek (zodat hij zich niet kan verwonden), in het hok. Pas wel op dat het konijn er niet aan knaagt. Om een buitenhok te koelen, kun je er een nat wit laken overheen leggen.
Let ook goed op de hygiëne van je konijn en maak het hok elke dag schoon om Myiasis (huidmadenziekte) te voorkomen. Deze ziekte wordt veroorzaakt door de groene strontvlieg die eitjes legt in aangekoekte uitwerpselen of vies ruikende vacht. De maden van de vlieg veroorzaken bloedvergiftiging en zonder een snelle behandeling door een dierenarts kan het konijn binnen twee dagen sterven.

Knaagdieren

Ook knaagdieren zoals cavia’s, hamsters en ratten kunnen het erg warm krijgen. Help deze dieren afkoelen met behulp van bevroren waterflessen gewikkeld in een doek of koude stenen. Als het hok een plastic bodembak heeft, kan je deze eventueel op een paar diepvrieselementen plaatsen. Zet het hok nooit in de zon.
Vogels
Vogelkooien mogen ook niet in de zon staan. Vogels die houden van badderen, geef je regelmatig vers water. Houd er rekening mee dat warmte opstijgt. Heb je een vogelkooi hangen, dan kan je deze bij warm weer wellicht beter op de grond zetten. Pas wel op met tocht en uiteraard moet de kooi veilig staan voor honden, katten en kleine kinderen. Creëer schaduw in een buitenvolière of kippenhok met een parasol of wit, nat laken.

Weidedieren

Geiten, schapen, paarden en dieren die buiten staan, hebben ook graag schaduwplekken. Zorg altijd voor vers drinkwater. Schapen kun je scheren, ga met een paard niet op het heetst van de dag rijden of trainen.

Auteur
Nadia