[custom_frame_center shadow=”on”]201312scheid1[/custom_frame_center] [clear]

Wat zijn scheidingsgerelateerde stoornissen?

Scheidingsgerelateerde stoornissen zijn een klinische aandoening en de bijhorende gedragingen van je hond zijn niet te wijten aan te weinig training of slecht gedrag.
Je staat er niet alleen voor want 15-20% van de honden heeft er last van.
Voor sommige honden is jouw aanwezigheid de basis van hun veiligheidsgevoel. Wanneer je signalen geeft dat je zal weggaan, kan het welzijnsgevoel omslaan in angst, waardoor je hond emotioneel kan lijden. Dit leed kan op allerlei manieren tot uitdrukking komen – voor, tijdens en na je afwezigheid.

[custom_frame_left shadow=”on”]201312scheid2[/custom_frame_left] [clear]

Een veel voorkomend teken van veel scheidingsgerelateerde stoornissen is intensieve vocalisatie (constant of aanhoudend blaffen, janken of jammeren).

[custom_frame_right shadow=”on”]201312scheid3[/custom_frame_right] [clear]

Andere signalen zijn bv. Ongepast urineren en/of zich ontlasten in huis en het vernielen van meubels en huishoudelijke voorwerpen, deuren en muren.

[custom_frame_left shadow=”on”]201312scheid4[/custom_frame_left] [clear] [custom_frame_right shadow=”on”]201312scheid5[/custom_frame_right] [clear]

Een hond met scheidingsgerelateerde stoornissen kan ook zijn eetlust verliezen, zich overmatig gaan likken, overdreven kwijlen, rusteloos heen en weer lopen in een kamer en andere minder zichtbare symptomen vertonen. Je kan sommige van deze gedragingen zien bij je hond wanneer je aanstalten maakt om weg te gaan.

Wat kan je doen aan scheidingsgerelateerde stoornissen?

Trainingsoefeningen al dan niet in combinatie met medicatie. De combinatie met medicatie geeft sneller resultaten. Voor meer informatie over de medicatie kan je  terecht in de praktijk. Verschillende trainingsoefeningen vind je alvast hier:

Trainingsoefeningen

  1. Geruststellende voorwerpen
    Geruststellende voorwerpen, bv. knuffels, zijn erg individueel voor elke hond. Probeer te achterhalen wat jouw hond nodig heeft om hem zekerheid te bieden en je geruststellende voorwerpen daarop af te stemmen.
    Als je hond heel erg aan jou gehecht is en bij je afwezigheid scheidingsgerelateerde stoornissen vertoont, geef hem dan iets van jezelf, zoals een ongewassen t- shirt als blijk van vertrouwdheid en geruststelling.
    Verder is het belangrijk dat je interacties geruststellend zijn – kalm, teder strelen is beter dan overdreven opgewonden reageren.
  2. De zitoefening
    Geef je hond eens iets nieuws, zoals een badmat, moedig je hond aan om erop te gaan liggen.
    Als je hond eenmaal ligt, geef je een nieuw gesproken bevel zoals “lig” en doe je een stap achteruit tov de mat. Als de hond blijft liggen, geef je hem een beloning. Als hij opstaat en naar je toe komt, stuur hem dan terug naar de mat tot hij erop blijft.
    Verhoog geleidelijk aan de afstand tussen jou en de hond, en begin dan met het oogcontact te verbreken vanaf een afstand van 1.5 m door je rug naar hem te keren en je geleidelijk aan steeds verder van de hond te verwijderen tot je de kamer verlaat. Ga geleidelijk aan te werk tot je de kamer verlaat.
    Belangrijk: vergeet niet het gebruikte voorwerp weg te nemen als je de oefening niet uitvoert, de badmat in dit geval.
  3. Het drieminutenspel
    [custom_frame_left shadow=”on”]201312scheid6[/custom_frame_left] [clear] Vraag je hond om op één plaats te gaan zitten en wandel dan weg tot op een plaats waar hij je niet kan zien en blijf daar 3 minuten.
    Als je hond je volgt als je weggaat of naar je op zoek gaat vooraleer de tijd verstreken is, keer dan terug naar dezelfde plaats en herhaal de oefening totdat hij 3 minuten op zijn plaats kan blijven.
    Als 3 minuten moeilijk blijkt te zijn, begin de oefening dan opnieuw maar voor een kortere periode en verhoog geleidelijk aan de tijd van je afwezigheid.
  4. Interactiesignalen
    Geef je hond een bijzonder “signaalvoorwerp”, bijvoorbeeld een ongebruikelijk huishoudelijk voorwerp zoals een krant uitgevouwen op de bank. Dit voorwerp zal aangeven dat de hond geen contact met je mag zoeken.
    Wanneer je hond het voorwerp ziet, negeer je alle pogingen die hij doet om je aandacht te trekken door met je hoofd te schudden en “neen” te zeggen. Dit doe je totdat hij gekalmeerd is.
    Je kan het voorwerp daarna weghalen en opbergen. Als het voorwerp weg is, kan je contact zoeken met hem door hem te roepen en te strelen.
    Na zekere tijd zal je ondervinden dat zodra je het “signaal” toont, je hond niet meer zal proberen je lastig te vallen.
  5. Onafhankelijk gedrag stimuleren
    Laat je hond activiteiten uitvoeren die hij alleen kan doen, zonder dat je erbij betrokken hoeft te zijn.
    Dit kan bestaan uit het geven van activiteitsspeelgoed waarin een traktatie verborgen is waardoor de hond voortdurend beloond en afgeleid wordt.
    De activiteit zelf zal daardoor beschouwd worden als een beloning en zal hem aanmoedigen om alleen te spelen en zo zelfstandiger te worden.
    [custom_frame_right shadow=”on”]201312scheid7[/custom_frame_right] [clear]
  6. Interactie op jouw voorwaarden
    Het is belangrijk dat je zelf beslist wanneer je je hond aandacht geeft of met hem speelt.
    Laat je hond jou niet voorschrijven wanneer hij aandacht moet krijgen, maar beslis zelf op voorhand wanneer je dat wil en laat hem dan opdrachten uitvoeren die voor hem onvoorspelbaar en aantrekkelijk zijn.
    Een goed voorbeeld van zo een opdracht is een behendigheidsoefening zoals in agility.
    [custom_frame_left shadow=”on”]201312scheid8[/custom_frame_left] [clear] De meeste honden vinden behendigheidsspelletjes leuk en de hond volgt al doende jouw instructies. Maak hindernissen van materiaal dat je al in huis hebt : kartonnen dozen om over te springen, een laken over een aantal halve hoela hoops zodat je een tunneleffect krijgt, een brede plank ondersteund door een aantal stevige (cement)blokken om over te wandelen,… Eenvoudige hindernissen kunnen gemaakt worden uit PVC buizen en scharnieren. Zorg gewoon dat iedere constructie die je maakt stabiel en veilig is.
    Denk er echter aan dat jij beslist wanneer dit zal gebeuren, en niet als reactie op het gedrag van je hond.
  7. Contactzoekend gedrag afwijzen
    Als je hond je aandacht vraagt terwijl jij met iets anders bezig bent, negeer hem dan en ga door met wat je aan het doen bent.
    Wanneer je klaar bent en interactie wil met je hond, kan je hem strelen.  Niet als reactie op zijn verzoek maar omdat jij het wil.
  8. Controleer de gemoedssignalen als je aandacht geeft
    Geef enkel aandacht aan je hond als hij rustig en bedaard is. Als  hij te opgewonden wordt, stop je de interactie en ga je pas verder als hij weer kalm is.
  9. Kalm vertrekken
    Als je hond erg bang of opgewonden wordt als je wil weggaan, kan je dit op verschillende manieren aanpakken.
    Honden herkennen snel ergens een patroon in. Als jij je ’s ochtends aankleedt om naar het werk te gaan, daarna iets eet en je sleutels pakt, weet je hond dit. Om te voorkomen dat hij op het moment dat je je aan het aankleden bent al gaat janken omdat je weggaat moet je deze routine aanpassen. Doe alles eens in een andere volgorde: bijvoorbeeld eerst eten en dan aankleden. Pak je sleutels ‘s ochtends vroeg al op en leg ze dan weer even terug. Op deze manier kan je hond niet meer voorspellen wat je gaat doen en blijft hij rustiger.
    Je kan ook je gewone vertrekritueel volgen, maar dan 20-30 minuten voor je echt weggaat. Trek je jas aan en pak je tas, laad de auto in en neem afscheid van je hond; MAAR vermijd langdurig, dramatisch afscheid en preken (“braaf zijn als ik weg ben”) omdat dit het drama van het weggaan kan verergeren en een signaal is om ongewenst gedrag te vertonen. Doe andere dingen voor je echt weggaat.
    Als je hond gekalmeerd is, ga je gewoon weg, zonder hem te groeten.
  10. Bewust groeten aanmoedigen
    Wanneer je thuiskomt en je hond je aan de deur komt begroeten, negeer dan alle overdreven gedrag dat bedoeld is om je aandacht te krijgen.
    Zeg niets en bekijk hem niet want zelfs het geluid van je stem of oogcontact kan de hond zien als een beloning.
    Als je hond blaft of jankt om je te begroeten, train hem dan om je te begroeten met een speeltje in zijn muil, maar reageer ook daar niet op.
    Pas als hij gekalmeerd is, moet je zijn positieve, kalme gedrag belonen door hem bijvoorbeeld vriendelijk toe te spreken en te strelen.
    [custom_frame_right shadow=”on”]201312scheid9[/custom_frame_right] [clear]

Wat moet je absoluut onthouden over scheidingsgerelateerde stoornissen?

Scheidingsgerelateerde stoornissen zijn geen gevolg van ongehoorzaamheid. Veel honden die lijden aan scheidingsgerelateerde stoornissen zijn juist zeer gehoorzaam.
Verwar afhankelijk gedrag niet met een gezonde, liefhebbende relatie tussen jou en je hond.
Honden zijn goed in het leren van welke aansporingen en prikkels je aandacht trekken, zoals triestig kijken wanneer ze niet echt verdrietig zijn. Wees er je van bewust dat je hond aandacht zal afdwingen door emoties te veinzen.
Het is echter jij die de bestede aandacht bepaalt en niet je hond. Een veel voorkomend voorbeeld is wanneer je hond zijn kop op je schoot legt en jij hem vervolgens streelt. Hier is het de hond die initiatief neemt voor de interactie.
Vermijd je hond gerust te stellen voor je weggaat; hierdoor zal zijn angst toenemen doordat de situatie meer aandacht krijgt dan nodig is.
Vermijd de hond te overladen met aandacht na een slechte dag op het werk – dit levert geen gedragsverbetering van de hond op.
Geen straf. Het is belangrijk je hond niet te berispen voor ongewenst gedrag tijdens je afwezigheid. Dan is het al te lang geleden dat hij dit ongewenste gedrag vertoonde om het zich op het moment van straf te herinneren en dan vererger je de situatie.
Bovenstaande oefeningen kunnen met medicatie gecombineerd worden bij honden met een erge vorm van scheidingsgerelateerde stoornissen. Medicatie en oefeningen kunnen dan het beste op hetzelfde ogenblik gestart worden.
Neem de tijd voor de oefeningen en werk het programma niet in overhaast af om sneller resultaten te behalen. Je hond zal niet sneller genezen op maandag als je naar je werk vertrekt, als je pas op zaterdag met de therapie begonnen bent.
Vermijd te lange trainingssessies. Ze moeten eerder een alledaagse manier van leven worden dan een strikte routine.
Wees geduldig, elke hond is verschillend en niet iedere oefening werkt voor iedere hond. Je moet minimum een maand aan het oefenen zijn vooraleer je kan evalueren.

Tot slot: denk eraan…

  • Tijd te maken om je hond dagelijks uit te laten.
  • Het hele gezin bij de training te betrekken om ervoor te zorgen dat iedereen consistent, positief en ondersteunend reageert.
  • Ervoor te zorgen dat de training voor iedereen plezierig is, ook voor de hond.
[custom_frame_center shadow=”on”]201312scheid10[/custom_frame_center] [clear] [divider_top]