[toggle_content title=”Wat is Feline Infectieuze Peritonitis?”]

Feline infectieuze peritonitis (FIP) is een virale ziekte die wordt veroorzaakt door het feline coronavirus (FCoV).
Dit feline coronavirus (FcoV) is in eerste instantie onschuldig en veroorzaakt alleen wat lichte diarree, maar als het muteert (= van DNA- samenstelling verandert) kan de ziekte FIP ontstaan.

De naam FIP is enigszins misleidend. De ziekte FIP is geen ontsteking van het peritoneum (het buikvlies), maar een vasculitis (ontsteking van de bloedvaten) wat onder andere kan leiden tot een buikvliesontsteking als de bloedvaten die bloed naar het buikvlies aanvoeren beschadigd geraken. Ook andere organen kunnen dus aangetast worden.

FCoV is wereldwijd aanwezig en komt vooral voor in omgevingen met een hoge kattendichtheid.
Slechts een klein percentage van die geïnfecteerde katten zal FIP ontwikkelen. Stress, voeding en hygiëne spelen hierin een rol.
Vooral jonge katten worden door FIP getroffen voornamelijk van de 6de tot de 18de levensmaand.

Hoe lang kan het FCoV overleven in de omgeving?
Onder natuurlijke omstandigheden doen katten hun behoeften buiten en overleeft het virus enkele uren tot dagen. FCoV kan echter in uitgedroogde uitwerpselen in kattenbakkorrels tot 7 weken overleven.

Wat is nu juist verschil tussen het feline coronavirus en het FIP- virus?
Het wezenlijke verschil tussen FCoV en het gemuteerde FIP- virus is dat het FIP- virus macrofagen (= bepaald type ontstekingscel) kan binnendringen en zich hierin kan vermeerderen. Op deze manier verspreidt het virus zich door de bloedbaan. Het ziektebeeld van FIP wordt zowel veroorzaakt door de effecten van het virus op de macrofagen als door de afweerreactie van het lichaam tegen deze geïnfecteerde macrofagen. Geïnfecteerde macrofagen gaan samen pakken rond kleine bloedvaatjes in doelwitorganen en veroorzaken zo vasculitis, het typische letsel bij FIP.

Wanneer muteert het virus?
Of het onschuldige coronavirus in het lichaam van de kat muteert tot FIP hangt af van een aantal factoren. O.a. de virusstam, genetisch bepaalde afweer van de kat, andere virusinfecties (FIV, FeLV) en het doormaken van stress ( zoals teveel katten in een groep, dracht en geboorte, verhuizing, naar nieuwe eigenaar, andere kat in de groep

Hoe gebeurt de overdracht?
FCoV is een erg besmettelijk virus, dat bijna alle katten besmet, die ermee in aanraking komen. De voornaamste infectiebron is DIRECT door de ontlasting van besmette katten, en niet besmette katten geraken besmet door dezelfde kattenbak te gebruiken als besmette katten. Op de tweede plaats gebeurt de besmetting INDIRECT via schoenen of kleding, handen, kattenbakschepjes, enz.
Overdracht via speeksel is zeldzaam.
Feline coronavirus wordt bijna nooit overgedragen via de placenta. De meeste kittens, die de besmetting oplopen, krijgen deze nadat de bescherming door middel van de antistoffen die ze via de moedermelk hebben binnengekregen, is uitgewerkt, meestal op een leeftijd van 5-7 weken.

[custom_frame_left shadow=”on”][/custom_frame_left] [clear] [/toggle_content] [toggle_content title=”Symptomen“]

De meeste door FCoV geïnfecteerde katten blijven gezond of vertonen slechts een milde darmontsteking.
Indien er ziekte optreedt, kan FIP zich uiten als:

  • Een natte vorm
    Dit is de acute vorm waarbij kleine bloedvaten vocht gaan lekken en er vrij vocht in de buikholte en/of borstholte ontstaat. Dit vocht is vaak geel en dradentrekkend (ten gevolge van een hoog eiwitgehalte en fibrine). Katten met deze vorm van FIP zijn erg ziek. Ze hebben vaak hoge koorts en een dikke buik. Ze kunnen benauwd zijn als er vocht in de borstholte aanwezig is.
  • De droge vorm
    Dit is de chronische vorm waarbij er in verschillende organen door het hele lichaam kleine ontstekingshaarden ontstaan. Veel voorkomende organen zijn de lever, de nieren, de ogen en de hersenen.

De symptomen van FIP zijn divers, niet elk symptoom hoeft voor te komen:

  • Koorts
  • Slecht eten
  • Slechte vacht
  • Lusteloosheid/sloomheid
  • Slechte groei
  • Vermageren
  • Oogontstekingen: uveitis -> zie de foto hier rechtsboven, let op: uveitis kun je ook bij FeLV en FIV zien.
  • Dikke volle buik door vocht in de buik (ascites)
  • Benauwdheid door vocht in borstholte (hydrothorax)
  • Gele slijmvliezen en huid (icterus of geelzucht) als de lever is aangetast
  • Braken en diarree
  • Epileptische aanvallen, als er ontstekingen in de hersenen zijn. Soms valt de eigenaar alleen een gedragsverandering op.
  • Nystagmus
  • Neurologische verschijnselen (verlammingen)

Bij jonge katten zie je vaak een groeiachterstand.
[/toggle_content] [toggle_content title=”Diagnose“]

FIP rechtstreeks aantonen in het bloed
Via bloedonderzoek zijn antilichamen tegen het coronavirus te bepalen. De zogenaamde “titer”. Echter deze bloedonderzoeken kunnen geen onderscheid maken tussen antilichamen tegen het onschuldige coronavirus en antilichamen tegen het “FIP”-virus. De aanwezigheid van antilichamen in het bloed zegt dus niets over het wel of niet hebben van FIP. Het betekent alleen dat de kat een keer in zijn leven in aanraking is geweest met het onschuldige coronavirus.

Overige bloedonderzoeken:
Door middel van een algemeen bloedonderzoek kun je aanwijzingen krijgen dat er FIP is, echter geen van deze afwijkingen is specifiek voor een FIP besmetting.

  • Anemie (bloedarmoede)
  • Gamma globulines: stijgen bij chronische ontsteking, dit is niet specifiek voor FIP maar kan ook bij andere chronische ontstekingen verhoogd zijn.
  • Lymfopenie (laag aantal lymfocyten)
  • Hypo albuminemie (laag gehalte aan albumine)
  • Verhoogde Bilirubine, ALA en Galzuren (leverwaarden)
  • Verhoogde ureum en kreatinine (nierwaarden)

Helaas is er op dit moment geen bloedtest om FIP met zekerheid vast te stellen.
Het blijft bij een waarschijnlijkheidsdiagnose. Het klinisch beeld van de kat in combinatie met een verhoging van de gamma-globulines is wel zeer suggestief voor FIP, vooral als er geel draden trekkend vocht in de buikholte aanwezig is.

Definitieve diagnose
De definitieve diagnose FIP kan alleen gesteld worden door het aantonen van het virus in weefsels. Dit kan dus alleen via biopten uit organen of bij autopsie.

Heeft een kat geel dradentrekkend vocht in de buik dan is dit zeer suggestief voor FIP.

[custom_frame_center shadow=”on”][/custom_frame_center] [clear] [/toggle_content] [toggle_content title=”Behandeling“]

Over het algemeen wordt aangenomen dat feline infectieuze peritonitis een ongeneeslijke aandoening is. Het grootste deel van de beschreven “genezingen” waren waarschijnlijk (te genezen) aandoeningen die foutief gediagnosticeerd werden als FIP. Toch kan behandeling tot een soms maandenlange remissie leiden.

Omdat FIP een ziekte is die in verband staat met de reactie van het immuunsysteem, omvat de behandeling onder meer het onderdrukken van de immuunrespons, normaal gesproken met corticosteroïden. Antivirale behandelingen op zichzelf zijn vaak niet erg levensverlengend en veel zijn tamelijk giftig voor katten. Het is ook belangrijk om de algemene voedingstoestand van de kat in stand te houden door het toevoegen van vitamines en antioxidanten. Alvorens met een van deze behandelingen te starten is het essentieel om te weten dat de diagnose juist is. Door immunosuppressieve medicijnen kunnen andere aandoeningen opvallend verslechteren (zoals bacteriële peritonitis of pleuritis).

Welke behandeling je ook kiest, het is altijd belangrijk de vooruitgang van de kat in de gaten te houden. Dit doen we door onderzoek van het bloed en controle van het gewicht van de kat iedere 7-14 dagen. Later kunnen de onderzoeken misschien maandelijks gedaan worden als het goed gaat met de kat. Het is niet nodig om de FCoV antistoffentiter vaker dan eens per 2–3 maanden te meten, omdat er geen waarneembaar verschil zal zijn binnen een kortere periode.

Positieve tekenen zijn het lager worden van de globuline niveaus, en het hoger worden van het albumine/globuline ratio (A:G), het hoger worden van de Hct (= hematocriet of bloedvolume) en reticulocyten in bloeduitstrijkjes en toename van het gewicht.

Negatieve tekenen zijn het hoog blijven van het AGP, het hoog blijven of hoger worden van de globuline, het lager worden van het A:G, gewichtsverlies. Als de HCT onder de 20% komt en niet-regeneratief (er worden geen reticulocyten waargenomen bij onderzoek van bloeduitstrijkjes dus er worden geen nieuwe bloedcellen aangemaakt), moet je de kat waarschijnlijk laten inslapen.

Als de kat op enig punt in de therapie lijdt, is inslapen noodzakelijk. Helaas overleven katten met natte feline infectieuze peritonitis meestal slechts enkele dagen, hooguit weken. Katten met droge FIP kunnen het vele weken of maanden volhouden, hoewel euthanasie vrij snel na het optreden van de neurologische symptomen volgt.

Vaccin tegen FIP
Er is een vaccin voor FIP maar de resultaten zijn wisselend.
[/toggle_content] [toggle_content title=”Hoe is FIP te voorkomen?“]

Zoals uit bovenstaande blijkt, dient het voorkomen van FIP vooral gebaseerd te zijn op het voorkomen van infectie met het coronavirus. Het is dus van belang om de kans op infecties en de infectiedruk te verkleinen. Omdat ook stress een belangrijke rol lijkt te spelen in het ontwikkelen van FIP is het belangrijk om stress zoveel mogelijk te voorkomen.

Hierbij kan men denken aan:

  • Hygiëne! Vooral rond de kattenbak is dit belangrijk. Verschoon de kattenbak dagelijks en zorg ervoor dat de omgeving niet besmet wordt met ontlasting. Bij diarree is dit nog belangrijker. Was de bakken goed uit met huishoudelijke reinigers.
  • Zet de kattenbakken niet in de buurt van de eet en drinkbakjes.
  • Neem niet teveel katten in een te kleine ruimte. Huisvest de katten in kleinere groepen van 3-4 katten en zorg voor optimale omstandigheden zoals goede voeding, frisse lucht en aandacht. Dit voorkomt stress en vermindert de infectiedruk.
  • Houd groepen katten constant qua samenstelling en introduceer liever geen nieuwe katten. Dit geldt niet alleen voor katten die in groepen leven (cattery / pension / asiel) maar ook voor katten die in een gewoon huishouden wonen.
  • Vermijd stresssituaties zoals shows en tentoonstellingen.
  • Zorg voor goede voeding
  • In catteries kan men extra aandacht besteden aan kittens en drachtige poezen:
    Laat de kittens en drachtige poezen niet in de groep zitten. Zet moederpoes dus voor de bevalling apart en laat de kittens ook niet meer in de groep. De enige infectiebron is dan de moeder zelf. Speen de kittens op 5-6 weken en houdt ze apart van de andere katten. Tot die tijd waren ze beschermd door de maternale immuniteit (antilichamen die ze van de moeder hebben gekregen).

Wat is het advies als in een cattery FIP is opgetreden?
Raak niet in paniek als u een kat heeft die van FIP verdacht is!
De verdachte kat zal niet de hele cattery besmetten. Het belangrijkste is dat je stress situatie vermijdt en de hygiene zo goed mogelijk houdt. Het is verstandig gedurende 3-4 maanden de volgende maatregelen te nemen:

  • Katten met verdachte symptomen scheiden van de overige katten.
  • Geen nieuwe katten in huis te nemen.
  • Niet met de katten naar shows en tentoonstellingen te gaan.
  • Niet met de katten te fokken, geen buitendekkingen laten uitvoeren!
  • Poezen met kittens te scheiden van de rest van de katten.
  • Zorg voor goede voeding

Wat is het advies als er FIP bij uw kat is gediagnosticeerd?
Dit geldt voor huishoudens met 1 of meerdere katten.

  • Test de overige katten op Coronavirus (in bloed en ontlasting)
  • Maak het huis, de kattenbak en de drink+voerbakjes goed schoon met de huishoudelijke schoonmaakmiddelen. Probeer stress te vermijden.
  • Introduceer geen nieuwe katten in huis gedurende 2-3 maanden [divider_top] [/toggle_content]