[custom_frame_center shadow=”on”][/custom_frame_center] [clear]

Niet alleen erg onsmakelijk maar bovendien ook niet zonder gevaar. Denk aan ziekten die kunnen worden overgedragen door ontlasting op te nemen van zieke of andere niet gevaccineerde honden. Zelfs het eten van paardevijgen is niet geheel zonder gevaar. Bijvoorbeeld als het gaat om mest van pas ontwormde paarden. Deze ontlasting bevat vaak een zeer hoge concentratie ontwormmiddel waartegen het spijsverteringsstelsel van een hond niet bestand is.

Waarom eet mijn hond ontlasting?

Het eten van ontlasting is overigens niet altijd abnormaal gedrag. Denk aan het oplikken van urine en ontlasting van de pups door de moederhond.

Wanneer eten van ontlasting (met name van soortgenoten) in andere situaties voorkomt moet men rekening houden met geconditioneerd ofwel aangeleerd gedrag. Onderliggende oorzaak is veelal stress.

 

A. Pups

  • Jonge honden zijn als het ware op “ontdekkingsreis”: het eten van poep maakt onderdeel uit van hun experimenten. Over het algemeen leert de jonge hond snel dat er aan andere dingen meer lol te beleven is en laat spoedig de ontlasting van soortgenoten voor wat het is. Dit is vaak een kwestie van tijd. Zeker wanneer de eigenaar zelf totaal geen aandacht besteedt aan dit soort gedragingen. Wanneer de eigenaar van de jonge hond alternatieven biedt in de vorm van spel of beloning (voor het uitvoeren van een opdrachtje) is de aandacht snel verlegd.
  • Wanneer pups opgroeien in een prikkelarme omgeving; denk aan vele lange dagen in een kennel. U kunt u zich voorstellen dat de verveling toeslaat bij de levenslustige nieuwsgierige types. Het eten van elkaars ontlasting kán dan een welkome afwisseling zijn. Zeker wanneer er door omstanders in welke vorm ook op gereageerd wordt. De pup leert hiermee de aandacht op zichzelf te vestigen. Het breekt de dag als het ware.
  • Pups die niet meer in het nest zitten, maar wel op jonge leeftijd in de kennel gezet zijn. Het komt voor dat de jonge hond te lang in de kennel verblijft en onvoldoende kans krijgt zich hierbuiten te ontlasten. Of misschien laat de zindelijkheidstraining nog wat te wensen over. Uit nood zal de hond de kennel bevuilen. Wanneer dit wordt afgestraft door de eigenaar kan het voorkomen dat de pup de eigen ontlasting gaat wegwerken, dus opeten. De pup probeert op die manier straf te vermijden. Er volgt tenslotte geen straf wanneer er niets in de kennel ligt.

Wanneer de twee laatstgenoemde situaties het geval zijn, kan het voorkomen dat zo’n pup op volwassen leeftijd nog steeds dit inmiddels dwangmatige gedrag vertoont. Belangrijk is dat de eigenaar, van een hond met dit gedrag, nagaat hoe en waar de pup is opgegroeid.

Wat kan je hieraan doen?

  • Niet te veel aandacht vestigen op dit gedrag van uw pup. Tijdens de wandelingen andere prikkels aanbieden en juist hier de aandacht op vestigen.
  • Pups die in de kennel gehouden worden voldoende alternatieven aanbieden. De kennel goed schoon houden. Pups wat vaker buiten de kennel met nieuwe prikkels in aanraking laten komen. Uiteindelijk is het dan in de kennel “goed uitrusten” en is poep eten wel het laatste wat in de pup opkomt.
  • Jonge honden in de kennel ten eerste een goede zindelijkheidstraining geven. Alsof de hond in huis gehouden wordt. Daarnaast voorzien in de behoeften van de pup om zich vaker per dag buiten de kennel te ontlasten. “Ongelukjes” opruimen zonder de hond daar later voor te straffen. Ontlasting wordt dan niet meer gekoppeld aan onaangename ervaringen. Minder reden voor de hond deze ervaringen te mijden door poep op te eten. Daarnaast krijgt de pup geen kans meer in het gedrag te vervallen omdat er simpelweg geen ontlasting aanwezig is.
[custom_frame_center shadow=”on”][/custom_frame_center] [clear]

 

B. Redenen voor de volwassen hond om ontlasting te eten.

[custom_frame_center shadow=”on”][/custom_frame_center] [clear]

Voeding

Niet omdat de hond iets “te kort” komt!!! Wanneer je een compleet voeder geeft, ligt dit niet voor de hand. Mis kan het gaan wanneer je allerlei goedbedoelde extra supplementen aan de voeding toevoegt. De voeding raakt uit balans en wellicht probeert de hond dit te compenseren door het eten van ontlasting.

Tijdstip van voeren kan wellicht verschil maken. Van nature eten honden meermalen per dag. Op die manier wordt de voeding ook beter verteerd. Wanneer een hond 1x per dag een flinke hoeveelheid voer krijgt kan je je voorstellen dat de hond de rest van de dag op zoek gaat om zijn/ haar behoeften te bevredigen.

Wat kan je hieraan doen?

  • De voeding in evenwicht brengen. Onjuiste toevoegingen weg laten.
  • Eventueel gekookte groenten aan de voeding toevoegen. Dit met het oog op de verschillende structuren die je zo in de voeding kan aanbrengen. Wanneer je alleen brokken geeft kan er een kleine kans bestaan dat de hond bepaalde structuur in de voeding mist. Op deze manier komt je hieraan tegemoet.
  • De hond meerdere malen per dag voeren. Desnoods 4 keer. Al naar gelang de behoeften van de hond. Ook tijdens de wandeling de hond belonen met voer is een optie. Wanneer de hond redelijk verzadigd is kan honger geen motivatie meer zijn om ontlasting te eten.

 

C. Experimentele veranderingen d.m.v. voer

Wanneer een voeder zeer koolhydraatrijk is, minder smaak heeft, of een relatief Vitamine B1 tekort zou de hond coprofagie kunnen ontwikkelen.

Wat kan je hieraan doen?

  • Ten eerste met de analyse van je voeder naar de dierenarts gaan. Na laten rekenen of het inderdaad om een koolhydraat rijke voeding gaat.
  • Door over te gaan op een voeding die relatief meer eiwit en vet bevat kan, mits niet al geconditioneerd, kan coprofagie verdwijnen.
  • Wanneer het gaat om honden met een tekort aan Vit.-B1 kan gist toegediend worden.
  • Uiteindelijk kan het een mogelijkheid zijn om pancreasenzymen toe te dienen om zo de koolhydraatvertering te stimuleren.

Goede complete voeding zorgt ervoor dat je hond niets te kort komt. Tegenwoordig zijn er voeders op de markt die precies zijn afgestemd op zijn/haar behoeften. Een uitstekende, smakelijke en complete voeding is bovendien bij je dierenarts verkrijgbaar.

 

D. conditionering

Misschien wel de voornaamste reden voor je hond om ontlasting van soortgenoten te eten is de conditionering. Je leert je hond als het ware door te gaan met dit gedrag. Ondanks al je correcties lijkt het probleem alleen maar te verergeren.

Je hond gebruikt dit gedrag om je te manipuleren. Waarschijnlijk heb je ooit één keer per ongeluk en onbewust op dit gedrag bevestigend gereageerd.

Je reactie, zowel positief als negatief, leert de hond dat hij of zij invloed op je gedrag kan hebben.

Wat kan je hieraan doen?

  • Ten eerste: negeren. Helemaal geen contact met je hond maken.
  • Ten tweede: aandacht verleggen. Op het moment dat je je hond zich ziet storten op een “hoop” zorg je ervoor dat jij ineens ontzettend interessant bent. Je slaakt een gil, springt op en rent weg. Desnoods een tennisbal druk in de lucht gooiend. Of, je knielt plots en gaat net doen of je een konijnenhol gevonden hebt en verleidt je hond vooral ook te komen kijken.

Wanneer je op deze of een andere creatieve manier de aandacht van je hond weet te trekken en de hond de “hoop” laat voor wat het is, kan je de hond belonen met iets heel lekkers. Als het maar “lekkerder” is dan die drol van verderop.

Aandachtsoefening als hierboven werkt niet? Dat kan natuurlijk: probeer maar eens verleidelijker te zijn dan een hoop ……

Aanlijnen. Nu heeft de hond simpelweg geen kans ontlasting te eten. Om de hond op deze manier van de gewoonte af te helpen moet je dit aanlijnen gedurende minimaal 6 weken volhouden. Maar dan ook overal! Op elke hoek van de straat ligt tenslotte wel iets. Duikt je hond tóch naar de ontlasting, dan is een ferme ruk aan de lijn en stevig doorstappen of zelfs rennen noodzakelijk.

[custom_frame_center shadow=”on”][/custom_frame_center] [clear]

Later probeer je de aandacht van je hond te pakken te krijgen terwijl je in de buurt bent van een uitwerpsel (net zoals hierboven met vrolijke stem, “zit”opdracht, iets lekkers of een bal). Zolang dit niet lukt, wel steeds blijven proberen, is aanlijnen, corrigeren en doorlopen een must.

 

E. het ging zo goed, en nu is het weer mis:

Coprofagie is één van de lastigere gedragsproblemen om te herconditioneren. Simpelweg omdat dit onfrisse gedrag zichzelf steeds beloont. Hetzij door de “voedselopname” hetzij doordat jij en anders wel een omstander op dit gedrag reageert. De kans dat de hond in de oude gewoonte terugvalt is zeker aanwezig.

Wat kan je hieraan doen?

Afstraffen. Uiteindelijk verbind je voor de hond onaangename consequenties aan het ongewenste gedrag. De verstandhouding met je hond moet hiervoor wel in orde zijn. Dit wil zeggen dat je  hond wel degelijk aandacht voor jou heeft zolang er maar geen ontlasting in de buurt is. Bedenk een zeer onaangename ervaring die je je hond bezorgt wanneer je hem op heterdaad betrapt.

Ga van huis gewapend met een aantal lege blikjes met kiezels erin. Op het moment dat je je hond op een hoop af ziet stormen roept je hem. Reageert de hond niet en kiest hij duidelijk voor de viezigheid, dan gooi je het blikje in die richting of desnoods tegen de hond. Wél op het moment dat hij/ zij bezig is de ontlasting naar binnen te werken. Wanneer je goed timed, en dicht in de buurt of tegen de hond aangooit brengt je hem uit zijn doen. De hond zal het eten van de ontlasting koppelen aan de onaangename ervaring. Gooi desnoods een tweede blikje. Zeg hier verder niets bij. Wanneer je ziet dat de weer gewoon om zich heen kijkt, roep je hem bij je. Wanneer de hond komt mag je hem belonen met iets lekkers. Je begrijpt dat dit alleen zin heeft wanneer de hond daadwerkelijk bezig is met het eten van ontlasting. Niet ervoor of erna en al helemaal niet wanneer de hond net heeft besloten naar je toe te komen.

 

F. Waar of niet?

Omdat het eten van ontlasting een enorm probleem kan zijn, heeft men natuurlijk vanalles ondernomen en bedacht om honden met dit probleem op andere gedachten te brengen. Wanneer al het bovengenoemde geen enkel verschil lijkt uit te maken kan je je nog verdiepen in de volgende “alternatieve”oplossingen.

Leer de hond apporteren. Op die manier voorkom je dat de hond de ontlasting direct op eet, in plaats daarvan brengt hij dit vol trots naar jou. Je moet er nu natuurlijk niet aan denken dat het hier om een wat mindere “vaste hoop” zou gaan…

Vroeger gaf men een schep zout toe aan de hond. Hierop zou de hond braken en zich zo slecht voelen dat hij “het” de volgende keer wel niet meer in zijn hoofd zou halen. Je kan je voorstellen dat tegen de tijd dat je in de keuken bent met de zoutpot én de hond, het kwaad al lang geschied is en de hond zijn onaangename gevoel hooguit koppelt aan de keuken of jou persoonlijk. Niet ideaal qua timing zou ik zeggen.

Waar sommige mensen bij zweren is het geven van ananas. Om nooit uitgezochte redenen lijkt dit te werken. Elke dag een schijfje lijkt een hond op andere gedachten te kunnen brengen. Baat het niet, dan schaadt het niet, kan je in dit geval zeggen.

[custom_frame_center shadow=”on”][/custom_frame_center] [clear] [divider_top]