nb201505_antibiot001De ontdekking van de penicilline is een zege geweest voor mens en dier. Daarover is iedereen het wel eens. Veel ziekten zouden niet te behandelen zijn geweest als er geen antibiotica zouden zijn. Maar iedere medaille heeft twee zijden. En ook aan het antibioticumgebruik kleven een aantal bezwaren.

Als dierenarts worden we soms geconfronteerd met vragen of het langdurige antibioticumgebruik wel verstandig is. En die vragen zijn de dag van vandaag best terecht. Antibiotica zijn en worden nog steeds te pas en te onpas gebruikt. Enige voorzichtigheid is daarbij toch gewenst maar geen antibiotica meer gebruiken kan ook weer niet.
Laten we de vergelijking maken met een brand in huis en de eventuele waterschade die daarbij hoort. Die waterschade moet je er nu eenmaal bijnemen, wil je dat je huis niet afbrandt.
Zeggen dat geen water gebruikt mag worden om de brand te blussen is gewoon geen optie. Bovendien is het bij een brand vaak noodzakelijk lange tijd na te blussen om te voorkomen dat verborgen brandhaarden weer opflikkeren. En zo is het in wezen ook met het antibioticumgebruik. De antibiotica moet voldoende lang gegeven worden om te voorkomen dat “brandhaarden” (sterke bacteriën) overblijven. Dus is het zinvol, indien al antibiotica gegeven moet worden, de gegeven instructies op te volgen en de kuur af te maken.
Met name bij huidinfecties wordt door specialisten  een langdurige antibioticumgift geadviseerd. Dit omdat gebleken is dat de vroeger gebruikelijke korte kuren teveel opflakkeringen te zien gaven van oude infecties. En dat noodzaakte dan vaak tot het gebruik van nog sterkere antibiotica. In wezen werd het lichaam op deze manier onnodig extra belast met deze medicijnen.
Goed, het is duidelijk dat er omstandigheden zijn dat het gebruik van antibiotica (langdurig) noodzakelijk kan zijn, net zoals het gebruik van veel bluswater bij een uitslaande brand. Maar net als bij een uitslaande brand zou het beter zijn om er voor te zorgen dat er voldoende blusmogelijkheden aanwezig zijn in huis om het ontstaan van de uitslaande brand te voorkomen.
En wat het lichaam van mens en dier betreft is dat een goed werkend afweersysteem. Een goede voeding vormt daarvoor een belangrijke basis. Maar in geval van ziekte functioneert het lichaam meestal niet optimaal. Er kan dan een grotere behoefte bestaan aan vitaminen, sporenelementen en mineralen. In die gevallen kan een extra ondersteuning met supplementen gewenst zijn.
Ook is het belangrijk om te zorgen dat de darm goed functioneert. Steeds meer komen er resultaten van onderzoeken beschikbaar waaruit blijkt hoe belangrijk het is om te zorgen
voor een goed werkend darmstelsel bij de preventie van ziekten. Een goede darmwerking zorgt voor een optimale darmflora. En een gezonde darmflora zorgt weer voor een betere vitaminevoorziening. Zo is bij een slechter werkende darmwerking vaak een gebrekkige productie van vitamine H (Biotine). En tekorten aan dit vitamine kan zorgen voor haaruitval en een doffe vacht. Kortom een en ander hangt nauw met elkaar samen. Een goede darmwerking is dus altijd belangrijk, maar het zal duidelijk zijn dat een ondersteuning van de darmwerking in geval van antibioticumgebruik zonder meer wenselijk is. Immers antibiotica maken geen onderscheidt tussen goede en slechte bacteriën.

Daarom is het verstandig om tijdens en na langdurig antibioticum gebruik de darmwerking te ondersteunen door het gebruik van supplementen met “goede” darmbacteriën. Het risico en de zichtbare schade door het gebruik van antibiotica lijkt in de praktijk mee te vallen. We zijn allemaal blij als we de ziekten zien verdwijnen. Eventuele invloed op de darmflora valt klinisch nauwelijks waar te nemen. En in de praktijk van alle dag worden we ook weinig geconfronteerd met verstoring van de darmflora. Het kan zijn dat dit komt, omdat we het gebruik van antibiotica beperkt trachten te houden. Maar desondanks is ook steeds meer literatuur beschikbaar over de “onzichtbare” invloed van antibiotica op de darmflora en daarmee op het lichaam. En dat is iets dat we niet moeten wegwuiven als onzin. Zo wordt bij de mens Candidiasis (een chronische gistinfectie) steeds vaker in verband gebracht met een verstoring van de darmflora door antibioticumgebruik.

nb201505_antibiot002
En Candidiasis, die ook bij de mens veelal moeilijk aantoonbaar is, wordt meer en meer verantwoordelijk gesteld voor een veelvoud aan vage lichamelijke klachten en gebreken.
Bij dieren is hier nog weinig onderzoek naar gedaan. Maar het is natuurlijk onzinnig om te stellen dat het daarom niet voorkomt bij dieren.

Besluit:
Het gebruik van antibiotica in geval van ziekte kan volstrekt noodzakelijk zijn. Maar een extra ondersteuning van het lichaam met supplementen kan in die gevallen dus meer dan gewenst zijn. Overleg in de voorkomende gevallen gerust met uw dierenarts over de mogelijkheden. Maar het is natuurlijk nog beter om te voorkomen dat een verstoring in het lichaam kan optreden dat het gebruik van antibiotica noodzakelijk maakt. Preventieve zorg voor een betere weerstand is zowel bij mens als dier geen overbodige luxe.